Voorzorgsmaatregelen bij installatie

Waar moet je op letten bij het installeren van noodverlichting?

  • Laat beschadigde kabels en snoeren alleen vervangen door gekwalificeerd personeel.

    Beschadigde kabels en snoeren kunnen een ernstig veiligheidsrisico vormen. Ze kunnen elektrische schokken, kortsluiting en brand veroorzaken. Gekwalificeerd personeel is getraind om veiligheidsprotocollen te volgen, de juiste diagnose te stellen en de noodzakelijke vervanging uit te voeren volgens de geldende veiligheidsnormen.

  • Houd voldoende ruimte rond het armatuur voor goede ventilatie.

    Noodverlichtingsarmaturen genereren warmte tijdens hun normale werking. Als er onvoldoende ruimte rond het armatuur is, kan de opgebouwde warmte niet effectief worden afgevoerd. Dit kan leiden tot oververhitting van het armatuur, wat de prestaties kan verminderen en de levensduur ervan kan verkorten. Door voldoende ventilatieruimte te bieden, kan de warmte efficiënter worden afgevoerd.

  • Koppel vóór installatie- of reparatiewerkzaamheden de hoofvoeding en accupack los.

    Het loskoppelen van de hoofdvoeding zorgt ervoor dat er geen elektrische spanning aanwezig is in het systeem of de apparatuur. Dit minimaliseert het risico op elektrische schokken voor de persoon die de werkzaamheden uitvoert. Zelfs laagspanningssystemen kunnen potentieel gevaarlijk zijn en het is belangrijk om elk risico op elektrische schokken te elimineren.

  • Zorg dat de ventilatie niet gehinderd wordt.

    Als de ventilatie wordt gehinderd door bijvoorbeeld obstakels, muren of andere objecten die te dicht bij het armatuur zijn geplaatst, kan de warmte niet efficiënt worden afgevoerd. Dit kan leiden tot oververhitting, wat de prestaties van het armatuur negatief kan beïnvloeden en de levensduur ervan kan verkorten.

  • Voer defecte armaturen en batterijen op milieuvriendelijke wijze af.

    Noodverlichtingsarmaturen en batterijen bevatten vaak materialen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Wanneer deze materialen in het milieu terechtkomen, kunnen ze bodem- en watervervuiling veroorzaken. Door defecte armaturen en batterijen op een verantwoorde manier af te voeren, wordt het risico op milieuverontreiniging geminimaliseerd.

  • Vervang de LiFePo4-accu alleen door hetzelfde type accu.

    LiFePO4-accu's hebben specifieke eigenschappen en technische kenmerken. Het gebruik van een andere accu met verschillende specificaties kan leiden tot onjuiste prestaties, verminderde levensduur en mogelijk schade aan het armatuur.